Marc Bauwens is een landbouwer uit het Oost-Vlaamse Landegem die vaak aardappelen teelt na het scheuren van grasland. Hij plant meestal vroege aardappelen na gescheurd grasland, waarna het gras wordt heringezaaid, maar dit jaar werden toch late aardappelen (Fontane) geplant op een perceel zandleem waar dit voorjaar driejarig grasland werd gescheurd.

Marc gaf vroeger steevast dierlijke mest en minerale stikstof maar op basis van een eerdere proef in de B3W-focusgroep besloot Marc dit jaar enkel drijfmest te geven. Vorig jaar bleek namelijk dat zowel met als zonder runderdrijfmest het strooien van minerale stikstof niet leidde tot een meeropbrengst. De vrijstelling van stikstof uit de gescheurde graszode leek dus groot genoeg om te voldoen aan de behoefte van de aardappelen. Wel was er een positief effect van de dierlijke mest op de opbrengst, maar het nitraatresidu lag daar veel hoger. Deze meeropbrengst was dus niet het gevolg van de extra (overbodige) stikstof, maar vermoedelijk wel van de andere nutriënten die werden aangevoerd met de mest of door de stimulatie van het bodemleven.

Dit jaar wil Marc nagaan hoe hij de basisbemesting nog kan aanpassen om zijn nitraatresidu te verlagen. Zo wil hij o.a. testen of hij met een kleinere dosis dierlijke mest eenzelfde meeropbrengst kan realiseren als met een hogere dosis, maar met een lager nitraatresidu tot gevolg.

Wat is er gebeurd?

  • Proefopzet

Marc legde 5 behandelingen aan op het overtuigingsperceel om enkele van zijn vragen te kunnen beantwoorden:

1. Nulbemesting

Is de stikstofvrijstelling uit de bodemorganische stof en uit de gescheurde graszode groot genoeg om te voldoen aan de stikstofopname door het gewas?

2. Kleine dosis dierlijke mest (15 ton/ha)

Leidt een kleine dosis dierlijke mest tot een meeropbrengst t.o.v. een vergelijkbare dosis minerale stikstof? En is die meeropbrengst vergelijkbaar met de meeropbrengst bij een grotere dosis dierlijke mest?

3. Kleine dosis kunstmest (44 kg N/ha)

Hier werd enkel kunstmest toegepast, met name KAS of NH4NO3 in korrelvorm. Deze behandeling wordt vergeleken met behandeling 2 om het bijkomend effect van dierlijke mest na te gaan.

4. Grote dosis dierlijke mest (40 ton/ha)

Leidt een grotere dosis dierlijke mest tot een meeropbrengst t.o.v. een kleinere dosis dierlijke mest? En wat is het effect op het nitraatresidu?

5. Grote dosis dierlijke mest + kleine dosis kunstmest (40 ton + 44 kg N/ha)

Deze behandeling is waar behandeling 3 en 4 elkaar overlappen. Het is de oude praktijk van Marc die nogmaals wordt meegenomen om effect op opbrengst en nitraatresidu na te gaan.

  • Scheuren, bemesten en planten

Eind maart werd een grondstaal genomen waarop een bouwvooranalyse werd uitgevoerd en waarop het minerale stikstofgehalte (0-60 cm) werd bepaald. 

Op basis van deze analyses werd een stikstofbemestingsadvies geformuleerd van 205 kg N/ha, waarvan een basisbemesting van 155 kg N/ha. Het advies was bijzonder hoog, vooral door de lage minerale stikstofinhoud omwille van de opname door het gras. Er werd geen fosforbemesting geadviseerd omdat het fosforgehalte boven de streefwaarde lag. Aangezien het kaliumgehalte onder de streefwaarde lag werd een ruim advies gegeven van 330 kg K2O/ha, dat de totale behoefte van de plant dekt.

Op 18 april werd het gras na maaien gescheurd en bemest. Van de runderdrijfmest werd een staal genomen waarop een analyse werd uitgevoerd. Uit de analyse bleek dat 1 ton mest overeenkwam met 4,9 kg totale N. De toegepaste hoeveelheden van 15 en 40 ton/ha komen dus overeen met 74 en 196 kg totale N/ha. Met een werkingscoëfficiënt van 60% komt dit neer op 44 en 118 kg werkzame N/ha die ter beschikking komt van het aardappelgewas tijdens het groeiseizoen. Op die manier werd ook de overeenkomstige kunstmestgift voor behandeling 3 bepaald, met name 44 kg N/ha.

De totale hoeveelheid werkzame stikstof die gegeven werd voor planten aan de verschillende behandelingen was dus:

De aardappelen werden geplant op 21 april.

  • Opvolging

Op 5 juni werden bodemstalen genomen tot een diepte van 90 cm. Opvallend was vooral dat behandeling 5 een veel hogere N-voorraad had dan de andere objecten, waarvan ook een aanzienlijk deel in de 60-90 cm laag. Omdat de voorraden op behandeling 1 t.e.m. 4 verrassend laag waren, werden opnieuw stalen genomen op 21 juni, zij het enkel in de wortelzone (0-60 cm). De resultaten van 21 juni bevestigden echter de eerste resultaten. Uit deze resultaten bleek duidelijk dat de stikstofvrijstelling uit de graszode dit jaar bijzonder traag verliep. 

Op basis van deze resultaten werden alle objecten begin juli enkele malen bijbemest met bladmeststoffen bij het uitvoeren van de plaagbestrijding (10 kg N/ha). De objecten 0N, 15 ton RDM en 44 kg N KAS kregen eind juli bovendien nog 50 kg N/ha onder vorm van kunstmest (KAS).

Op 21 juni werd ook een dronebeeld gemaakt. Om de groenheid van het gewas in kaart te brengen werd op dit dronebeeld een gewasindex bepaald, namelijk de Visible Atmospherically Resistant Index (VARI). Hoe hoger deze index is, hoe groener het gewas staat. De gemiddelde waarde van deze index en de bodembedekking werd bepaald binnen elke zone en wordt hieronder in tabellen weergegeven. De groenste zone wordt dan ook teruggevonden in het hoogst bemeste object (44 kg N korrel + 40 ton runderdrijfmest), hier werd ook de hoogste bodembedekking gemeten. De laagst bemeste zones (0 N en 15 ton runderdrijfmest) vertonen de laagste groenheid, hier werd ook de laagste bodembedekking gemeten.

Dronebeeld 21 juni
Bodembedekking 21 juni
VARI 21 juni

Op 7 september werd opnieuw een dronebeeld gemaakt, de toestand van het perceel werd dit keer ook vastgelegd met multispectrale camera's. De reflectie in het nabij infrarode spectrum kan niet waargenomen worden door het menselijk oog maar wel met behulp van deze camera's. Nu kunnen andere gewasindexen berekend worden zoals de NDVI, die de groenheid van het gewas nog beter in kaart kan brengen. Hoe hoger deze index is, hoe groener het gewas staat. De groenste zone werd nog steeds teruggevonden in het hoogst bemeste object (44 kg N korrel + 40 ton runderdrijfmest), de laagste groenheid daarentegen werd teruggevonden in het object bemest met 44 kg N korrel. 

Dronebeeld 7 september
NDVI 7 september

Opbrengst

Op 14 september werd een proefrooiing uitgevoerd bij Marc. De opbrengsten lagen sterk in de lijn van de NDVI-metingen van 7 september.

De opbrengsten waren het laagst voor de objecten die geen dierlijke mest kregen: 36 ton/ha voor 0N en 30 ton/ha voor 44 kg N KAS. Deze lage opbrengsten tonen aan dat de stikstofvrijstelling uit de graszode te laat op gang kwam en er wel degelijk een tekort ontstond voor het gewas. De bijbemesting in juli kwam te laat. Opvallend is echter wel dat de opbrengst het laagst was waar bij planten toch 44 kg N via kunstmest werd gegeven. Ook het onderwatergewicht was daar het laagst.

De toediening van een vergelijkbare dosis stikstof via dierlijke mest zorgde net als vorig jaar wél voor een hogere opbrengst: bij een dosis van 15 ton RDM werd een opbrengst behaald van 42 ton/ha. Een verhoging van de dosis dierlijke mest tot 40 ton RDM resulteerde met een opbrengst van 44 ton/ha slechts in een kleine meeropbrengst, zij het dat daar eind juli niet werd bijbemest met korrel.

De hoogste opbrengst en grootste knollen werden gevonden voor de combinatie van 40 ton RDM en 44 kg N kunstmest. Wellicht bleef het gewas hier als enige gevrijwaard van een stikstoftekort in het begin van het groeiseizoen en kon het zich nadien ten volle ontwikkelen.

Stikstofresidu

Het minerale stikstofresidu in de bodem werd een eerste maal gemeten op het moment van de proefoogst en een tweede maal één maand later om zicht te krijgen op de mineralisatie tussen beide tijdstippen: deze bedroeg 60 tot 90 kg N/ha. De aardappelen waren bij de tweede staalneming nog niet gerooid maar het loof was wel volledig afgestorven waardoor de opname tussen beide tijdstippen verwaarloosbaar was. De grote mineralisatie op deze korte termijn is wellicht te wijten aan de uitgestelde stikstofvrijstelling uit de graszode bij een gunstig vochtgehalte en temperatuur en in beperkte mate ook aan vrijstelling uit het aardappelloof.

Waar 44 kg N via korrel werd gegeven en waar de opbrengst het laagst was, werd het hoogste stikstofresidu gemeten. De geremde ontwikkeling van het gewas zorgde duidelijk voor een beperkte stikstofopname. De stikstofvrijstelling uit de graszode later in en na het groeiseizoen zorgde vervolgens wel voor een hoog stikstofresidu.

Het laagste stikstofresidu werd gemeten waar geen stikstoftekort optrad in het voorjaar en waar de opbrengst het hoogst was, met name waar 40 ton RDM en 44 kg N korrel werden gegeven.

Merk wel op dat er op de eerste 3 objecten laat in het seizoen nog 50 kg N via korrel werd bijgegeven. Door de beperkte gewasontwikkeling op deze objecten werd deze N niet meer opgenomen en droeg die ook bij tot een hoger stikstofresidu.

Bedenkingen

Omwille van de grote, langdurige maar onvoorspelbare stikstofvrijstelling uit de gescheurde graszode is het telen van aardappelen - die sowieso al veel nitraat achterlaten in de bodem - een erg moeilijke praktijk. Om het risico op nitraatuitspoeling te verkleinen dient de basisbemesting laag gehouden te worden en kan er op basis van grondstalen na opkomst nog bijbemest worden indien nodig. Het is in dat geval van belang om op het juiste moment grondstalen te nemen en snel bij te bemesten indien blijkt dat de mineralisatie van de graszode traag op gang komt.

Een betere praktijk is om te kiezen voor vroege aardappelen, aangezien daar nog tijdig een vanggewas kan worden ingezaaid. Indien mogelijk worden aardappelen na gescheurd grasland vervangen door een teelt die lang en efficiënt stikstof kan opnemen, zoals bv. suikerbieten of voederbieten.

Thematisch uitwisselingsmoment

Het thematisch uitwisselingsmoment waar we dit overtuigingsveld bespreken zal in november 2023 plaatsvinden. Hou zeker onze evenementenpagina in de gaten voor meer info!

Dit overtuigingsveld wordt opgevolgd door B3W-begeleiders Emiel Heyman (emiel.heyman@b3w.vlaanderen.be) en Jeroen De Waele (jeroen.de.waele@b3w.vlaanderen.be) van het PCA. 

Wees de eerste die reageert


Gelieve inloggen of registreren om commentaar te geven.