Gefractioneerd bemesten bij Stijn Dewulf

Stijn Dewulf, een landbouwer uit Ledegem, past al jarenlang met succes niet-kerende bodembewerking toe. Hij is geïnteresseerd in alles wat zijn bodemleven te goede komt. Daarnaast wil hij natuurlijk ook een laag nitraatresidu en een goede opbrengst. Daarom test Stijn met ons enkele beloftevolle maatregelen uit, om de effecten en praktische haalbaarheid na te gaan. Dit doet hij in twee delen.   

In het eerste deel zal Stijn de effecten van gefractioneerde bemesting met verschillende soorten kunstmest testen. Het doel is om te achterhalen welke kunstmest het beste resultaat oplevert, het laagste stikstofresidu achterlaat en tegelijkertijd het minste verstoring veroorzaakt in het bodemleven.   

In deel 2 zal Stijn diverse bodemmaatregelen testen. Een van de maatregelen is de toepassing van hydrogels met een werkingsduur van 6 jaar. Deze hydrogels zouden de eigenschap hebben vocht en nutriënten in de bodem beter vast te houden en geleidelijk vrij te geven. Dit zou de uitspoeling van nitraat verminderen en de waterlevering van de bodem verbeteren, en willen we dus graag eens uittesten.

Daarnaast zal Stijn in dit tweede deel ook biostimulanten toepassen om het effect op zijn bodemleven en zijn gewas te beoordelen. 
Met de onderzaai van een groenbedekkermengsel zullen we ook experimenteren als mogelijke bodemmaatregel.   

Met behulp van dit overtuigingsveld hoopt Stijn waardevolle inzichten te verkrijgen over welke bemestings- en bodemmaatregelen het meest gunstig zijn. Dit gaat hij na voor zowel zijn opbrengsten, nitraatresidu als zijn bodemleven, om zo tot een duurzame landbouwpraktijk te komen.  

 

Stijn legde volgende behandelingen aan op het overtuigingsveld:    

  1. Verlaagde basisbemesting (70%), met enkel dierlijke mest   
  2. Verlaagde basisbemesting (70%) met dierlijke mest + rijenbemesting
  3. Verlaagde basisbemesting (70%) met dierlijke mest + gecoate ureum   
  4. Verlaagde basisbemesting (70%) met dierlijke mest + Perlka 
  5. Verlaagde basisbemesting (70%) met dierlijke mest + ammonium nitraat
  6. Verlaagde basisbemesting (70%) met dierlijke mest + ammonium nitraat + hydrogel    
  7. Verlaagde basisbemesting (70%) met dierlijke mest + biostimulanten Natural Grown  
  8. Verlaagde basisbemesting (70%) met dierlijke mest + Agriton
  9. Verlaagde basisbemesting (70%) met dierlijke mest + onderzaai DSV Terralife Solanum Pro mengsel   

ret

Wat is er al gebeurd?    

14 april: stikstofstaal over volledige perceel   
5 mei: stikstofstaal over de verschillende behandelingen   
Voeren van organische mest: 30 ton runderdrijfmest  
26 mei: bemesten met Perlka, gecoat ureum, ammoniumnitraat en inspitten van hydrogel  
31 mei: geplant + rijenbemesting uitgevoerd
29 juni: nemen van droge stof stalen om vocht in de bodem te meten + stikstofstalen voor bijbemesting
13 juli en 7 augustus: bijkomende bodemvochtstalen

Op het staal genomen over het volledige veld kregen we een advies van 168 kg N/ha. Als we de basisbemesting verlagen naar 70% wordt dit 117 kg N/ha. We geven 80 eenheden hiervan met dierlijke bemesting, wat nog 37 eenheden overlaat voor kunstmest. Die kunstmest gift wordt verschillend ingevuld, naargelang de behandeling: met Perlka, gecoat ureum, ammonium nitraat,... In de tabel hieronder zie je de juiste hoeveelheden (Tabel 1).

Tabel 1: overzicht behandeling en basisbemesting

 

Om ervoor te zorgen dat de behandelingen met hydrogel, Perlka, gecoat ureum en ammoniumnitraat zonder overlapping op de juiste strook terecht kwamen, werden deze met een zaaimachine verspreid.  

Machine

 

Er werd naast de staalname op het volledige perceel, ook een staal genomen per behandeling, vóór bemesten. Hieronder zien we in het zwart de adviezen en in het geel de bodeminhoud. Die was dus overal zeer laag.

 

Grafiek 1: basisstalen

1 juli

Oorspronkelijk lag ook een behandeling met mulch aan. Het was een laat en hectisch voorjaar, waardoor de mulch niet gevoerd kon worden op het overtuigingsveld. Het werd wel op een ander perceel gevoerd. Op dit perceel zag Stijn dat de mulch de aardappelen koeler hield. Waar geen mulch was aangebracht lag de temperatuur 2.4 graden hoger! De mulch kon hier dus de aardappelen koeler houden, waardoor ze minder water nodig hebben in perioden van droogte.

temp temp

 

29 juni

Midden juni namen we per behandeling stalen, voor de bijbemesting. Hieronder zie je de stikstofinhoud van de bodem, en de adviezen, per behandeling:

   

Grafiek 2: bijbemeststalen

In het geel zien we de stikstof die in de bodem zat bij staalname op 29 juni, in het zwart zien we dan de bijbehorende adviezen: hoeveel moet nog bemest worden? 

Dit zijn redelijk hoge bijbemestingsadviezen, wat kan aantonen dat de organische mest een lagere inhoud had dan verwacht. Daarnaast werden de aardappel ook veel later geplant dit jaar, door het natte voorjaar. Hierdoor, hoewel de aardappelen technisch gezien pas in week 4 na het planten zouden moeten zijn, zitten ze eigenlijk al in week 5. Dit komt door de hoge temperaturen en het latere seizoen. Later planten op het jaar (langere dagen en hogere temperaturen), heeft geleid tot een versnelde groei van de aardappelen. Hierdoor kan de bemestingsmodule soms hogere adviezen dan nog nodig zijn voor de aardappelen. Gelukkig worden de adviezen dan manueel aangepast door de adviseurs! Daarnaast zien we ook dat de aardappelen zich toch nog goed ontwikkelen, desondanks ze later werden geplant. Ze halen hun schade in!

Wat betreft de hydrogel behandeling zien we nog weinig verschil in bodemvochtinhoud, in vergelijking met de andere behandelingen. 

Verder is het interessant om te zien dat Perlka een even hoog advies krijgt als het object met dierlijke basisbemesting. Perlka kreeg het volledige basisadvies bemest, in tegenstelling tot het dierlijke object.

Natural Grown haalt al een hoge stikstofinhoud bij het nemen van bijbemeststalen. Dit is impressionant aangezien hier enkel een dierlijke basisbemesting kwam. Het object 'dierlijke basisbemesting' haalt deze hoge waardes niet.

4 juli

"Op alle behandelingen (maar niet op de veldjes met biostimulanten) werd 170 kg KAS bijgestrooid. Per veldje werd er afhankelijk van het stikstofstaal nog een hoeveelheid kalknitraat bijgestrooid", getuigt Stijn. Er werd ook 2 keer 6 kg/ha ureum + 6 kg/ha Microtop bij de plaagbestrijding toegevoegd. Er werd overal bijbemest uitgezonderd op de biostimulanten!

De bijbemesting vulde niet op alle behandelingen het volledige advies in. Op de bovenstaande grafiek (grafiek 2) zie je in het donkergeel welk overschot of tekort aan stikstof er nog was per behandeling. Zeker op behandelingen met een hoog advies, werd niet de volledige behoefte ingevuld met de bijbemesting. Dit kan je zien bij het object dat enkel dierlijke basisbemesting kreeg, en het object met een basisbemesting Perlka. Bij de biostimulanten, waar dus niet werd bijbemest zie je dus de grote 'tekorten'.

19 september

Op 19 september bracht de focusgroep aardappel een bezoek aan het veld van Stijn. Er werden 3 planten per behandeling uitgetrokken. Hieronder zie je een overzicht van de knollen per behandeling.

Proefrooiing

Hieruit kunnen we kunnen hier nog geen conclusies trekken, die kunnen pas vastgesteld worden wanneer de opbrengstbepaling bij rooien gebeurt. Er werden slecht 3 planten per behandeling uitgetrokken, wat niet representatief is om grote conclusies te trekken. Het schept  wel een eerste beeld op de aardappelen.

Hieronder zien we een foto van de onderzaai met DSV Terralife Solanum pro, met componenten: Engels raaigras, Perzische klaver, zomerwikken, niger en vlas. We konden de wikke, niger en vlas al goed zien bovenkomen. Het raaigras stond nog heel klein (derde foto). Dit komt omdat ook de onderzaai iets te laat werd gezaaid, de aardappelen stonden al groter dan verwacht. Hier opnieuw werden we verrast door de snelheid van de aardappelgroei dit jaar. Het gras heeft echter nog tijd om boven te komen, als de aardappelen afrijpen komt meer licht beschikbaar, en kan het gras ontwikkelen, om dan samen met de andere componenten overtollig stikstof op te nemen. 

De onderzaai gebeurde iets te laat, maar dat vind Stijn zeker niet erg. Zo blijft de onderzaai redelijk klein en werkt het dus makkelijker mee bij de oogst van de aardappelen. Hij is zeer benieuwd naar de praktische haalbaarheid van de oogst met dit onderzaai mengsel. 

ffgras

Bij het bezoek aan het veld van Stijn zagen we dat het veld last had van onkruid. Stijn was van plan de onkruidbestrijding toe te passen samen met het aanaarden. Doordat de aardappelen zo snel bovenkwamen, kon Stijn niet op tijd aanaarden. Hij was verrast over hoe goed de aardappelen stonden zonder herbicide-toepassing. Hij wou dus zien hoe de aardappelen verder konden evolueren zonder herbicide.  

11 oktober

Op 11 oktober doen we de opbrengstbepaling. Hierbij worden de knollen van 3 keer 10 planten geoogst, per behandeling, per herhaling. Er lagen 3 herhalingen aan per behandeling. We oogsten dus 3 (per herhaling) x 3 (herhalingen) x 10 planten per behandeling. Die verzamelen we dan in zakken, die we wegen. Daarna bepalen we ook de sortering en het onderwater-gewicht. Zodra deze bepalingen gebeurd zijn, kom je hier de resultaten te weten!

Op deze dag namen we ook de nitraatresidu stalen, waarvan de resultaten hier binnenkort ook te zien zullen zijn.

pat

 

Op het veld zagen we dat de onderzaai jammer genoeg niet genoeg ontwikkeld was. Dit komt dus doordat de zaai te laat gebeurde, door de onverwachte snelle ontwikkeling van de aardappelen dit seizoen. We beslisten dus hier geen opbrengstbepaling te doen, omdat we het effect van de onderzaai niet correct zouden kunnen weergeven, aangezien de onderzaai niet genoeg ontwikkeld was om effect te hebben. Op de foto kan zie je de opkomst van de onderzaai, waar enkel gras en wat klaver te zien is. De andere soorten van het DSV Terralife mengsel waren onderontwikkeld.

ond

 

Op behandeling 6 (hydrogel), zagen we dat bij 1 van de 3 reeksen van 10 planten veel meer veronkruid was dan de andere. We merkten hier meteen dat er minder knollen waren, dit houden we in het achterhoofd als de resultaten van de opbrengstbepaling klaar zijn.

Opbrengstbepaling

 

Het object dierlijke bemesting heeft de 3e hoogste opbrengst van alle behandelingen. Dit is zeker interessant. Zeker als we in het achterhoofd houden dat de bijbemesting het advies niet volledige invulde, en nog een ruimte (tekort) van 30 kg N/ha overliet (zie hierboven bij bijbemesting).

De hoogste opbrengst werd behaald door het basisadvies met rijenbemesting. Rijenbemesting loont zeker in een natter seizoen!

De behandeling waar de basis kunstmestgift met gecoat ureum en Perlka werd gegeven, scoren middelmatig. Opmerkelijk om te zien is dat de Perlka behandeling een lagere opbrengst haalt dan het object met dierlijke basisbemesting, waarop dus geen kunststof is gekomen, en in het algemeen minder bemest werd. 

De tweede beste opbrengst wordt gehaald met de basisgift kunstmest met ammoniumnitraat. Daarbovenop was het bijbemestingsadvies hier ook laag.

We kunnen dit jaar het effect van de hydrogels op waterbeschikbaarheid niet nagaan, aangezien het geen droog seizoen was. Ten tweede was dit een sterk veronkruid deel in het perceel. Nu is de vraag natuurlijk: is dit toevallig een deel met meer onkruid? Of kreeg het onkruid hier juist meer kans om boven te komen? Dit zou kunnen doordat we hier op dit deel moesten spitten, en dus het bodemleven verstoorden, terwijl Stijn op dit perceel al lang niet-kerend werkt. Uit dit object kunnen we hierdoor voorlopig geen conclusies trekken. 

De biostimulanten scoren zeker ook goed, aangezien ze serieus onderbemest zijn geweest. Ze scoren gemiddeld beter dan het object met Perlka bijvoorbeeld, terwijl ze enkel een dierlijke basisbemesting kregen. Ten tweede lagen de biostimulanten in een deel van het veld waar een lager opbrengstpotentieel te zien was op WatchItGrow (zie foto hieronder). Natuurlijk moeten we dan de economische doorrekening maken, wat kosten de biostimulanten tegenover kunstmest? En belangrijker: wat is voor mij de hoofdzaak: kost, opbrengst of bodemleven?

f

 

Sortering

Op de grafiek zie je de sotering van de aardappelen per object. Vooral de verhoudingen 30/50 en 50/70 zijn interessant, zo zien we welke grootte de aardappelen relatief hebben.

We zien dat het object met dierlijke basisbemesting, en Perlka, kleinere aardappelen geven (30/50 verhouding ligt hoger). Agriton en Natural Grown geven grotere aardappelen.

Op vlak van onderwatergewicht waren er niet veel verschillen.

 

Natuurlijk is het belangrijk te onthouden dat dit een demoproef is, om uit te testen wat de effecten in praktijkomstandigheden zijn, dit is dus geen wetenschappelijk resultaat. 

Conclusie

De nitraatresidu's op dit perceel lagen heel laag, en werden genomen voor de regen van november. Gefractioneerde bemesting loont dus zeker!

Op vlak van opbrengst deed rijenbemesting het dit jaar heel goed. Andere (droge) jaren zien we dat deze behandeling het soms minder doet... De tweede beste opbrengst werd behaald met een dierlijke basisbemesting, aangevuld met ammoniumnitraat. De behandeling met enkel een dierlijke basisbemesting doet het zeker niet slecht, aangezien hier toch een stikstoftekort van 30 eenheden bestond. De behandelingen met Perlka en gecoat ureum scoren middelmatig. Ze scoren wel lager dan de behandeling waar enkel dierlijke basisbemesting (en dus geen kunstmest) op kwam. Het effect van de hydrogel konden we dit jaar niet testen, aangezien het een natter jaar was. De biostimulanten blijken op dit perceel ook zeker een meerwaarde, aangezien deze enkel een dierlijke basisbemesting kregen (redelijk onderbemest). 

Op vlak van onderwatergewicht en sortering zat de proef goed, hier zien we geen echte uitschieters in.

 

Bedankt om deze blog te volgen! Kom meer te weten:

Het thematisch uitwisselingsmoment waar we dit overtuigingsveld bespreken staat voor september 2023 op de planning. Hou zeker onze evenementenpagina in de gaten voor meer info!

Dit overtuigingsveld wordt opgevolgd door B3W-begeleiders Brecht Catteeuw (brecht.catteeuw@b3w.vlaanderen.be) en Zoë Borry (zoe.borry@b3w.vlaanderen.be) van Inagro.    

   

Wees de eerste die reageert


Gelieve inloggen of registreren om commentaar te geven.