Voorjaarstoediening van drijfmest in wintertarwe zorgt voor meer afzetruimte van mest doorheen het seizoen met de bedoeling de efficiënte van de mest te verhogen en het risico op nutriëntenverliezen te verkleinen. Voorjaarsinjectie van drijfmest zorgt ervoor dat de mestgift deels ingevuld wordt door dierlijke mest, deze brengt meer organische stof en mineralen aan, wat een voordeel is t.o.v. het gebruik van kunstmest. Bovendien wint men hier ook economisch aan door een besparing op het kunstmestgebruik.

Verschillende technieken kunnen gebruikt worden voor de toepassing van de dierlijke mest in het voorjaar zoals o.a. de sleepslangtechniek, de sleepvoettechniek en de sleufkouter.

Echter, dierlijke mest gebruiken voor de graanteelt is niet evident, zo moet men rekening houden met de nawerking van de dierlijke mest. De stikstof aanwezig in dierlijke mest bestaat namelijk uit fracties die onmiddellijk vrijkomen en uit fracties die pas in de loop van de tijd vrijkomen. Men moet hier dus mee rekening houden tijdens het groeiseizoen. Hiervoor wordt de 50-30-20 regel gehanteerd: 50% van de N uit dierlijke mest komt vrij tijdens de eerste fractie, 30% tijdens de tweede fractie en 20% tijdens de derde fractie.

Ondanks dat er kort na het uitrijden bandensporen zichtbaar zijn in de wintertarwe, zijn er op het einde van het groeiseizoen geen opbrengstverschillen waarneembaar.

Meer informatie over dit onderwerp kan je terugvinden in het infoboekje toegevoegd als bijlage op deze pagina, in dit artikel of in onderstaande video:

Bestanden

Wees de eerste die reageert


Gelieve inloggen of registreren om commentaar te geven.