Gefractioneerde en plaatsspecifieke bemesting in aardappelen

Met gefractioneerde bemesting wordt het mogelijk om in te spelen om wisselende omgevingsomstandigheden: droogte, verschillen in het perceel, extreme neerslag... Vandaag de dag is dit broodnodig. Bij gefractioneerd bemesten wordt de basisbemesting verlaagd, met een bijbemesting kunnen de noden van de teelt nog kunnen bijgestuurd worden tijdens het seizoen. Zo worden we flexibeler.

Perceelsspecifieke bemesting kan ook gebruikt worden om ons flexibel op te stellen. Hiermee kan je de bemesting aanpassen aan de stikstof leverende factoren van een perceel. Sommige delen van het perceel kunnen meer stikstof bevatten dan andere, doordat ze een andere voorvrucht hadden bijvoorbeeld. Zo kan er onder variërende omstandigheden toch een goede opbrengst bereikt worden, evenals een laag nitraatresidu.  

Op 10 maart bezochten we de Aardappelhoeve tijdens een thematisch uitwisselingsmoment. Na afloop kozen we 3 percelen uit om op te volgen. Op deze percelen zal een perceelsspecifieke gefractioneerde bemesting toegepast worden. 

1 mei: nemen van basis bemestingsstalen

Bij de opgevolgde percelen beginnen we met per perceel de basisbemesting te berekenen. Na 4 weken nemen we dan een staal om de bijbemesting te berekenen. 

Hieronder de info per perceel: 

Bosakker 

  1. Teeltrotatie: maïs, maïs, maïs, aardappelen 
  2. Maisstoppel laten liggen  
  3. Bodemtextuur: zandleem 

Het basisbemestingsadvies was hier: 145 kg N/ha. Deze bemesting werd gegeven als 18 ton/ zeugendrijfmest op 15 mei, met 800 kg (10% N-0-20) op 10 mei 

 

Kerkewegel  

  1. Teeltrotatie: vlas, uien, bloemkool, aardappelen 
  2. Bloemkoolresten 
  3. Bodemtextuur: zandleem 

Het basisbemestingsadvies was hier: 122 kg N/ha, die werd ingevuld door 40 ton zeugendrijfmest op +/- 15mei te geven, met nog 500 kg (10% N-0-20) op 6 mei. 

 

Vancompernolle, mankemerrie

  1. Teeltrotatie: aardappelen, sjalotten, wintertarwe, aardappelen 
  2. Groenbedekker  
  3. Bodemtextuur: zandleem 

Het basis bemestingsadvies was hier: 143 kg N/ha, dat werd ingevuld door 18 ton vleesvarkensdrijfmest op 15 mei, met 750 kg (11% N-0-18) op 17 mei. 

f

Op de grafiek zien we het bijbemestingsadvies in het blauw, en de effectieve gegeven bemesting in het oranje.

Het bemestingsadvies bij Bosakker en Vancompernolle is nagenoeg gelijk, bij Kerkewegel ligt het ongeveer 20 eenheden N lager. Dit komt door de aanwezigheid van de bloemkoolresten, die zorgen voor een grote stikstofvrijgave!

De effectieve gegeven basisbemesting (oranje) voor Bosakker bijvoorbeeld, was dus 18 ton zeugendrijfmest/ha, met 800 kg (10% N-0-20). We rekenen dit om met forfaitaire waarden: 18 ton * 3.2 kg N/ton zeugendrijfmest + 800 kg * 10% = 137.6 kg N, dit zien we in oranje weergegeven. Deze basisgift sluit nauw aan bij het advies, hetzelfde geldt voor het Mankemerrie perceel! We zien dat op Kerkewegel de effectieve basisbemesting iets hoger was dan het advies.

1 juni: nemen van bijbemeststalen 

Op de foto zie je de bodeminhoud op elk van de percelen. In het groen zie je hoeveel nog moest bijbemest worden. Op Kerkewegel moest zeker niets meer bijbemest worden, doordat de effectieve gegeven bemesting hier hoger lag dan het advies, zoals we daarnet vermelden. Dit toont aan dat de gefractioneerde bemesting dus een zekerheid biedt: het zorgt ervoor dat in deze gevallen kan bijgestuurd worden. 

Het advies, en de gegeven basisbemesting, bij Bosakker en Mankemerrie lag ongeveer even hoog. Toch zit bij het nemen van de bijbemest stalen minder in de bodem op het Mankemerrie perceel. Dit kan doordat de inhoud van de mest die hier toegepast werd, lager lag dan forfaitair gerekend. Ook hier zijn we dankbaar dat we dit nog kunnen corrigeren met de bijbemesting! Het gaat hier natuurlijk maar over een verschil van 30 eenheden stikstof, waardoor er toch geen bijbemesting nodig was  op Mankemerrie. Moest dit verschil groter geweest zijn, kon dit dus bijgestuurd worden met de bijbemesting!

 xc

Bijbemesting

Op geen van deze percelen werd een bijbemesting gegeven, aangezien het over zo'n lage bijbemest adviezen ging. 

Nitraatresidu

f

Hierboven zien we de nitraatresidu's, gemeten op 17 oktober. We zien dat Bosakker en Kerkewegel mooi onder de drempelwaarde zit, en Mankemerrie hier ver boven steekt. 

We zien dat het Mankemerrie perceel een veel hoger nitraat residu heeft, ookal werd de bijbemesting hier zelf niet uitgevoerd?! Dit komt doordat destaalnemer de nitraatresidu's op alle percelen op hetzelfde moment (17 oktober) nam. Op dat moment was Mankemerrie al sinds 21 september geoogst, terwijl op de andere percelen de aardappelen nog op het veld stonden. Dit toont dus aan hoeveel verschil het moment van staalname uitmaakt bij het nemen van nitraatresidu's!

Opbrengstbepaling valt in het water

Zoals iedereen weet kregen we een extreem nat najaar te voorduren. De percelen Mankerrie, Bostoen en Kerkewegel kunnen we nog steeds niet rooien, en het ziet er ook niet naar uit dat we dit nog op een fatsoenlijke manier zullen kunnen doen... 

Jammer genoeg vallen de conclusies over de opbrengst hiermee ook in het water. We wachten nog even af, maar vrezen voor de mogelijkheid hier nog informatie over te kunnen geven.

 

Bedankt om deze blog te volgen! Neem ook een kijkje op de andere blogs.

 

Het perceel wordt opgevolgd door B3W-begeleiders Brecht Catteeuw en Zoë Borry (brecht.catteeuw@b3w.vlaanderen.be; zoe.borry@b3w.vlaanderen.be) van het PCA. Meer info over de beredeneerde bemesting van aardappelen vind je op het kennispunt.

Wees de eerste die reageert


Gelieve inloggen of registreren om commentaar te geven.