Paul Kempeneers heeft een akkerbouwbedrijf waarin voornamelijk tarwe, gerst, gras en maïs geteeld wordt, en een deel aardappelen, uien en bieten via seizoenspacht. Soms zet hij ook vlas en sinds dit jaar experimenteert hij met hennep (bedoeld voor de korte vezels die in verschillende bouwtoepassingen gebruikt kunnen worden).
Waarom wil Paul aan de slag met een tussenvanggewas?
Paul werkt graag aan de bodemkwaliteit van zijn percelen. Zo zijn bijvoorbeeld niet-kerende bodembewerkingen niet vreemd voor hem en heeft hij vorig jaar geëxperimenteerd met een voorjaartoepassing van drijfmest bij wintergranen.
Om het organische koolstofgehalte van zijn percelen te verhogen, zijn er niet altijd veel opties. De inzaai van groenbedekkers/vanggewassen kan hier wel tot bijdragen. Daarnaast liggen zijn percelen in gebiedstype 1 en 3, wat een tussenvanggewas ook interessant maakt om het nitraatresidu te verlagen.
Vanggewassen zorgen er namelijk niet alleen voor dat de bodem bedekt is (groenbedekker - minder onkruidgroei en erosie), maar ook dat residuele stikstof na de oogst van een hoofdteelt wordt opgevangen (vanggewas) en weer wordt vrijgegeven voor de volgende teelt (groenbemester). Als het vanggewas voldoende snel kan ontwikkelen (weersomstandigheden zijn hierin een bepalende factor), kan het deze functies ook in een kortere aanhoudperiode uitvoeren, als 'tussenvanggewas'.
Wat komt hier net bij kijken?
We vergelijken of de inzaai van een vanggewas een effect heeft op de nitraatresiduwaarden, en volgen de gewasontwikkeling op. Paul legt daarvoor drie verschillende proefobjecten aan na de oogst van zijn wintertarwe:
- een controle met graanstoppel,
- een object waar gele mosterd wordt ingezaaid na een grondbewerking,
- een object waar het vanggewas wordt ingezaaid met een strip-till zaaimachine
Wat is er al gebeurd?
Half juli: oogst wintertarwe
3 en 4 augustus: proefobjecten zijn uitgezet en de eerste bodemstalen zijn genomen
5 augustus: zaai van gele mosterd (met en zonder een voorgaande bodembewerking)
16 augustus: opvolging van de opkomst van de gele mosterd (gewone zaai vs doorzaai)
5 september: opvolging van de gele mosterd (gewone zaai vs doorzaai)
22 september: opvolging van de gele mosterd
2 oktober: opvolging van de gele mosterd
De gele mosterd stond een 8 weken na zaai ongeveer 1m hoog.
Waar de gele mosterd op een traditionele wijze was ingezaaid, stond het iets beter. De controle zag ook groen door de tarweopslag.
4 oktober: de tweede reeks bodemstalen zijn genomen en de gele mosterd werd vernietigd
11 oktober: zaai van wintergerst
24 oktober: opvolging van de opkomst van de wintergerst
Visueel zijn er geen grote verschillen tussen de verschillende objecten.
24 november: de derde reeks bodemstalen zijn genomen
Dit overtuigingsveld werd opgevolgd door B3W-begeleiders Jasper Somers (jasper.somers@b3w.vlaanderen.be) en Simon Verreckt (simon.verreckt@b3w.vlaanderen.be) van Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant.
Gelieve inloggen of registreren om commentaar te geven.